9,3
1.146 beoordelingen
Terug naar overzicht
header.jpg

Dit is hoe het begon

Onze ambassadeurs over hun eerste sportclub

Sport doet iets met je! Het maakt je gelukkiger, fitter, blijer, weerbaarder en vrijer, aldus de Nederlandse sportorganisatie NOC*NSF. Dat geldt voor iedereen: een olympisch of paralympisch kampioen, maar ook als je heel jong bent. Want ja, ook sprintster Dafne Schippers, zwemster Ranomi Kromowidjojo, zeilster Marit Bouwmeester, handbiker en triatleet Jetze Plat, snowboarder Chris Vos en voormalig rolstoeltennisster Esther Vergeer zijn ooit ergens begonnen. We vroegen hen naar hun eerste sportclub.

Dafne Schippers - Meteen verkocht

Olympisch atlete Dafne Schippers: “Toen ik negen was, begon ik bij atletiekvereniging Hellas in Utrecht. Ik had vanaf het begin enorm veel plezier in atletiek en was dankzij de speelse manier van trainen en de enthousiaste coaches meteen verkocht aan de sport. Toen ik bij mijn eerste wedstrijd gelijk een medaille won, werkte dat voor mij heel motiverend. Ik had nog nooit aan een wedstrijd meegedaan, ik had zelfs nog nooit getraind, en toen werd ik tweede! Daar is mijn liefde voor atletiek ontstaan.”

dafne-555.jpg

“Ik denk dat dat het belangrijkste blijft: dat je vooral plezier hebt in wat je doet. Omdat je voor NK's altijd uit blijft komen voor een club ben ik nog steeds lid van Hellas, maar op 15-jarige leeftijd was het voor mij tijd om door te groeien. Toen ging ik naar Papendal, waar ik onderdeel werd van de nationale (talent)selectie en professionele begeleiding kreeg.”

Ranomi Kromowidjojo

Olympisch zwemster Ranomi Kromowidjojo: “Ik ben met recreatief zwemmen begonnen bij Dukdalf in het Groningse Bedum. Dat was een kleine, lokale zwemclub, dicht bij mijn geboorteplaats Sauwerd. Ik was toen vier jaar oud en al een echt waterratje! Mijn A-diploma behaalde ik nog eerder, bij een particuliere zweminstelling omdat je minimaal vier jaar oud moest zijn om dat bij een reguliere zwemclub te mogen doen. Mijn andere diploma’s heb ik er wel gehaald. Ik weet nog dat mijn moeder op zaterdagochtend ontbijt maakte waarna ik al vroeg in het water lag. Eenmaal thuis keek ik naar Telekids (een kindertelevisieprogramma dat in de jaren 90 populair is, red.). Zwemmen vond ik toen vooral leuk; het moest vooral niet te serieus worden, want dan mag je niks meer, dacht ik toen."

ranomi-555.jpg

"Ik was een echte zwemfan en bewaarde krantenknipsels van mijn idolen Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruijn. Vanaf mijn achtste ben ik ook bij zwemvereniging TriVia in Groningen gaan zwemmen, maar dan echt wedstrijdzwemmen. Hier zwom ik zo’n drie, vier keer per week. Dat ik toen niks meer mocht, bleek toch niet te kloppen. Het plezier dat ik aan zwemmen beleef, is nooit verdwenen en is altijd de basis geweest. Anders had ik het nooit volgehouden.”

Marit Bouwmeester - Elk weekend leek het vakantie

Olympisch zeilster Marit Bouwmeester: “Ik ben rond mijn vijfde á zesde begonnen bij Frisia, de watersportvereniging in het Friese Grou. Wat ik me van die tijd herinner, is vooral heel veel plezier. Hele weekenden brachten we met ons gezin en andere gezinnen door op het water: surfen, zeilen, roeien en zwemmen, maar ook vuurtjes stoken en de Donald Duck lezen. Het leek elk weekend wel vakantie.”

mb-tiener-555.jpg

“Ik ben mijn ouders nog altijd dankbaar dat ze me een hobby hebben gegeven en dat ze me hebben gestimuleerd zonder pusherig te zijn. Mijn vader grapt wel eens dat ik geen natuurtalent was. De eerste keer dat mijn zus en ik werden afgeduwd, kwamen we namelijk jankend in een U-bocht terug omdat het veel te hard waaide. Ik heb dus echt dezelfde moeilijkheden als anderen ervaren, en denk ook dat je alleen dingen kunt bereiken door er keihard voor te werken. Je kunt niet alleen op je talent vertrouwen.”

“Wat me ook altijd bij is gebleven zijn de vele vrijwilligers bij Frisia, die uiteindelijk samen genoeg geld inzamelden voor een mooi clubgebouw. En ik ben enorm dankbaar voor Karel Lantermans, die destijds het nationale zeilteam coachte. Hij nam mij altijd op sleeptouw en reed me overal naartoe. Hij heeft mij erg geholpen met waar ik nu sta.”

Jetze Plat - Kijken naar wat wél kan

Handbiker en triatleet Jetze Plat: “Als kind zwom ik bij zwemvereniging De Amstel, toen gevestigd in Uithoorn, maar inmiddels in Mijdrecht. Ik was zeven à acht jaar oud en ben er tot mijn achttiende of negentiende gebleven. Ik heb er ook waterpolo gespeeld.”

jetze-plat-555.jpg

“Een vereniging voor handbiken was er niet. Veel zwemverenigingen vonden het maar wat spannend om iemand met een lichamelijke beperking te ontvangen, maar gelukkig stonden ze er bij De Amstel voor open en keken ze er vooral naar wat wél kon. Ik deed geen wedstrijden, maar draaide goed mee met de trainingen, zo’n twee, drie keer in de week.”

Chris Vos - Geweldige herinneringen

Paralympisch snowboarder Chris Vos: “Vanaf ongeveer mijn twaalfde jaar zat ik bij het Dutch SBX Team. Dat is de opstap naar de nationale selectie. Hier heb ik vijf tot zes jaar intensief getraind. Vaak vijf keer in de week als ik uit school kwam. Mijn moeder zette altijd een bord eten klaar, mijn oudere broer nam mij vervolgens mee naar het team. Hij was al fanatiek snowboarder en door hem ben ik deze sport ook gaan beoefenen, al vanaf mijn zevende jaar.”

Chris-Vos-555.jpg

“Natuurlijk was het voor mij in het begin lastiger vanwege mijn verlamming maar juist omdat de anderen sneller waren, kon ik mij daaraan optrekken en moest ik mezelf meer pushen. In die tijd heb ik heel veel geleerd. Ik heb ook geweldige herinneringen aan de minder serieuze dingen, zoals het keten en klooien als we weer eens bij SnowWorld (indoorskibanen, red.) of op een berg in het buitenland bezig waren. We waren een hecht team en er heerste een goeie vibe. Maar mijn allerbeste herinnering is dat ik bij het team mijn huidige vriendinnetje ontmoet heb!”

Esther Vergeer - Enorme dosis zelfvertrouwen

Voormalig paralympisch tennisster Esther Vergeer: “Rond mijn twaalfde begon ik bij tennisvereniging Cromwijck in Woerden. In het revalidatiecentrum had ik geproefd van tennis, en een vriendin van mij zat bij die vereniging, dus een en een is twee. Wat ik me van die tijd herinner, is dat ik na een training echt uitgeput en met tintelende armen op de bank lag. In het begin had ik natuurlijk nog niet zoveel armspieren. Het betekende in elk geval dat mijn trainer mij destijds niet met fluwelen handschoentjes aanpakte. Dat vind ik nog steeds een prettig idee.”

esther-vergeer-555.jpg

“Toen ik merkte dat het toch soms ging om speciale vaardigheden die je met je rolstoel moet hebben om te kunnen tennissen, ben ik gaan rolstoeltennissen in Amsterdam. Daar kon ik meer leren. Desondanks denk ik met een heel positief gevoel terug aan die jaren bij Cromwijck. Ik moest nog wennen aan mijn handicap, dus het was een onzekere tijd: wie ben ik? En wat kan ik?”

“Dat ik bij de club het gevoel kreeg dat ik erbij hoorde en dat ik gewoon mee mocht doen, gaf me een enorme dosis zelfvertrouwen. Dat is heel belangrijk geweest in mijn ontwikkeling, en voor de rest van mijn leven.”

Toyota wereldwijd partner Olympische en Paralympische Spelen

Dafne Schippers, Ranomi Kromowidjojo, Marit Bouwmeester, Jetze Plat, Chris Vos en Esther Vergeer zijn de olympische en paralympische ambassadeurs van Toyota. We zijn partner van het Internationaal Olympisch Comité en Internationaal Paralympisch Comité, omdat ook wij in de kracht van sport geloven. En net als onze ambassadeurs willen wij grenzen verleggen. Als wereldwijd partner kijken we uit naar de volgende Olympische en Paralympische Spelen en doen we er alles aan iedereen in beweging te krijgen. Doe je mee?

Start your impossible Inschrijven Toyota nieuwsbrief